Language/Swedish/Grammar/Verbs-with-prepositions/nl
Werkwoorden met voorzetsels[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les leer je hoe je werkwoorden met voorzetsels in het Zweeds kunt gebruiken. Dit is een belangrijk onderdeel van de Zweedse grammatica en zal je helpen om je Zweeds te verbeteren. Hieronder vind je enkele veelvoorkomende voorbeelden en hoe je ze kunt gebruiken.
Voorzetsels[bewerken | brontekst bewerken]
In het Zweeds zijn er veel verschillende voorzetsels die kunnen worden gebruikt met werkwoorden. Hier zijn enkele veelvoorkomende voorzetsels:
- "på" - op
- "i" - in
- "av" - van
- "till" - naar
- "från" - vanuit
- "med" - met
Werkwoorden met voorzetsels[bewerken | brontekst bewerken]
Hieronder vind je enkele werkwoorden met voorzetsels en hoe je ze kunt gebruiken:
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
tänka på | tjenka poo | denken aan |
prata om | prata om | praten over |
vara med | vara medh | meedoen |
komma från | koma frun | komen uit |
ge tillbaka | je tilbaka | teruggeven |
Nuttige uitdrukkingen[bewerken | brontekst bewerken]
Hier zijn enkele nuttige uitdrukkingen die je kunt gebruiken in combinatie met werkwoorden met voorzetsels:
- "Jag tänker på dig" - Ik denk aan jou
- "Vi pratar om vädret" - We praten over het weer
- "Jag är med" - Ik doe mee
- "Jag kommer från Sverige" - Ik kom uit Zweden
- "Kan du ge mig tillbaka min penna?" - Kan je me mijn pen teruggeven?
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les heb je geleerd hoe je werkwoorden met voorzetsels in het Zweeds kunt gebruiken. Dit zal je helpen om je Zweeds te verbeteren en meer te begrijpen van de Zweedse grammatica. Blijf oefenen en je zult snel vooruitgang boeken!