Language/French/Grammar/Formation-and-Use-of-Adverbs/nl
Bijwoord[bewerken | brontekst bewerken]
Een bijwoord is een woord dat een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord, een werkwoord of een hele zin kan wijzigen. Bijwoorden worden gebruikt om te beschrijven hoe vaak, wanneer, waar of op welke manier iets gebeurt. In deze les leer je hoe je Franse bijwoorden kunt vormen en gebruiken.
Vorming van bijwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
In het Frans worden bijwoorden meestal gevormd door het vrouwelijke enkelvoud van het bijvoeglijk naamwoord te nemen en daar "-ment" achter te zetten. Hier zijn enkele voorbeelden:
Frans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
rapide | ra-peed | snel |
lent | lant | langzaam |
facile | fa-siel | gemakkelijk |
heureux | eu-reuh | gelukkig |
malheureux | mal-eu-reuh | ongelukkig |
sérieux | se-rieu | serieus |
généreux | je-ne-ru | gul |
Deze regel geldt echter niet voor alle bijwoorden. Sommige bijwoorden hebben een onregelmatige vorm, zoals "bien" (goed) en "mal" (slecht). Hier zijn enkele voorbeelden:
- bien (goed) - goed
- mal (slecht) - slecht
- beaucoup (veel) - veel
- peu (weinig) - weinig
- très (zeer) - zeer
- trop (teveel) - teveel
Gebruik van bijwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Bijwoorden worden gebruikt om te beschrijven hoe, waar, wanneer of hoe vaak iets gebeurt. Hier zijn enkele voorbeelden:
- Hoe: "Elle chante bien." (Ze zingt goed.)
- Waar: "Il habite ici." (Hij woont hier.)
- Wanneer: "Je vais souvent au cinéma." (Ik ga vaak naar de bioscoop.)
- Hoe vaak: "Elle parle rarement." (Ze praat zelden.)
In het Frans staan bijwoorden normaal gesproken direct vóór of na het werkwoord dat ze wijzigen. Hier zijn enkele voorbeelden:
- "Elle chante bien." (Ze zingt goed.)
- "Il habite ici." (Hij woont hier.)
- "Je vais souvent au cinéma." (Ik ga vaak naar de bioscoop.)
- "Elle parle rarement." (Ze praat zelden.)
Samenvatting[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les heb je geleerd hoe je Franse bijwoorden kunt vormen en gebruiken. Bijwoorden worden gebruikt om te beschrijven hoe, waar, wanneer of hoe vaak iets gebeurt. Franse bijwoorden worden meestal gevormd door het vrouwelijke enkelvoud van het bijvoeglijk naamwoord te nemen en daar "-ment" achter te zetten. Sommige bijwoorden hebben echter een onregelmatige vorm. Bijwoorden staan normaal gesproken direct vóór of na het werkwoord dat ze wijzigen.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- Complete 0 tot A1 Frans → Grammatica → Bepaalde en Onbepaalde Lidwoorden
- Complete 0 tot A1 Franse cursus → Grammatica → Frans Accenttekens
- Complete 0 tot A1 Frans traject → Grammatica → Frans Klinkers en Medeklinkers
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Negatie
- Complete 0 tot A1 Frans → Grammatica → Introductions en Begroetingen
- Complete 0 to A1 Course → Grammatica → Overeenstemming van bijvoeglijke naamwoorden
- ensuite VS puis
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Futur Proche
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Vergelijkende en Superlatieve Bijvoeglijke Namenwoorden
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Passé Composé
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Partitieve Artikels
- Volledige 0 naar A1 Franse cursus → Grammatica → Het Franse alfabet
- Complete 0 tot A1 Frans Stapcursus → Grammatica → Geslacht en Aantal Zelfstandige Naamwoorden
- Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Veelvoorkomende onregelmatige werkwoorden