Language/Korean/Grammar/Basic-Verb-Conjugation/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Korean-Language-PolyglotClub.png
KoreanGrammaticaComplete 0 to A1 Korean CourseBasis Vervoeging van Werkwoorden

Werkwoorden in het Koreaans[bewerken | brontekst bewerken]

Werkwoorden zijn essentieel om zinnen te maken in elke taal. In het Koreaans bestaan werkwoorden uit één lettergreep of twee lettergrepen. Het is belangrijk om te weten hoe je deze werkwoorden kunt vervoegen. In deze les leer je de basis van de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Eerste groep werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste groep werkwoorden bestaat uit werkwoorden die eindigen op een klinker. Laten we beginnen met het werkwoord "eten". Het Koreaanse werkwoord is "밥을 먹다" (bapeul meokda).

Koreaans Uitspraak Nederlands
밥을 먹다 bapeul meokda eten

Om dit werkwoord te vervoegen, vervang je eenvoudig "다" (da) door "어요" (eoyo) om de tegenwoordige tijd te creëren.

Koreaans Uitspraak Nederlands
밥을 먹어요 bapeul meogeoyo eet (tegenwoordige tijd)

Hier zijn enkele andere voorbeelden van werkwoorden in de eerste groep:

  • 가다 (gada) - gaan
  • 보다 (boda) - kijken
  • 마시다 (masida) - drinken

Tweede groep werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

De tweede groep werkwoorden bestaat uit werkwoorden die eindigen op een medeklinker. Laten we beginnen met het werkwoord "slapen". Het Koreaanse werkwoord is "자다" (jada).

Koreaans Uitspraak Nederlands
자다 jada slapen

Om dit werkwoord te vervoegen, vervang je eenvoudig "다" (da) door "어요" (eoyo) om de tegenwoordige tijd te creëren.

Koreaans Uitspraak Nederlands
자요 jayo slaapt (tegenwoordige tijd)

Hier zijn enkele andere voorbeelden van werkwoorden in de tweede groep:

  • 일어나다 (ireonada) - opstaan
  • 걷다 (geotda) - lopen
  • 일하다 (ilhada) - werken

Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]

Nu is het tijd om te oefenen met het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Probeer de volgende zinnen te vervoegen:

  • Ik eet rijst. (밥을 먹다)
  • Zij loopt naar school. (걷다)
  • Wij werken hard. (일하다)

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les heb je de basis van de vervoeging van werkwoorden in het Koreaans geleerd. Vergeet niet om te oefenen en nieuwe werkwoorden te verkennen. Succes met het leren van Koreaans!


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson