Language/Portuguese/Vocabulary/Air-Travel/nl

Portugees → Woordenschat → Complete 0 tot A1 Cursus → Luchtreizen

Reizen per vliegtuig

Als je naar Portugal wilt reizen, is het handig om te weten hoe je een vlucht kunt boeken en inchecken op het vliegveld. In deze les leer je belangrijke woordenschat voor luchtreizen in het Portugees.

Boeken van een vlucht

Voordat je op reis gaat, moet je een vlucht boeken. Hier zijn enkele woorden en zinnen die je daarbij kunnen helpen:

Portugees	Uitspraak	Nederlands
Vlucht	VLOOCH	Vlucht
Boeken	BOO-ken	Boeken
Enkele reis	EN-ke-le HES	Enkele reis
Retour	re-TOER	Retour
Vertrek	ver-TREK	Vertrek
Aankomst	an-KOMST	Aankomst
Luchthaven	loech-TAA-ven	Luchthaven

• Een vlucht boeken: Reservar um voo
• Ik wil een enkele reis boeken: Quero reservar uma passagem só de ida
• Ik wil een retour boeken: Quero reservar uma passagem de ida e volta
• Waar is de luchthaven?: Onde fica o aeroporto?

Inchecken op de luchthaven

Wanneer je op de luchthaven aankomt, moet je inchecken voordat je aan boord gaat van het vliegtuig. Hier zijn enkele woorden en zinnen die je daarbij kunnen helpen:

Portugees	Uitspraak	Nederlands
Inchecken	in-tsjek-KEN	Inchecken
Instappen	ins-TA-pen	Instappen
Stoel	STO-el	Stoel
Handbagage	hand-baa-GAA-zj	Handbagage
Ruimbagage	roe-IM-baa-GAA-zj	Ruimbagage
Gate	GAAT	Gate

• Waar kan ik inchecken?: Onde posso fazer o check-in?
• Kan ik mijn stoel kiezen?: Posso escolher o meu assento?
• Ik heb alleen handbagage: Só tenho bagagem de mão
• Ik heb ruimbagage: Tenho bagagem para despachar

Tijd om te vertrekken

Nu ben je klaar om te vertrekken! Hier zijn enkele laatste woorden en zinnen die je kunnen helpen:

Portugees	Uitspraak	Nederlands
Goede reis!	BOA viagem!	Goede reis!
Tot ziens!	Ate logo!	Tot ziens!
Dank je wel	OBRIGADO	Dank je wel

1. Goede reis!: Boa viagem!
2. Tot ziens!: Ate logo!

Veel succes met het leren van Portugees en goede reis!

Inhoudsopgave - Portugese Cursus - 0 tot A1

• Cursus Presentatie

  ---

Unit 1: Begroetingen en Basisuitdrukkingen

• Begroetingen
• Basisuitdrukkingen

  ---

Unit 2: Werkwoorden - Tegenwoordige Tijd

• Regelmatige Werkwoorden
• Ongeregeld Werkwoorden
• Zijn en Hebben

  ---

Unit 3: Familie en Beschrijvingen

• Familieleden
• Fysieke Beschrijvingen
• Persoonlijkheidsbeschrijvingen

  ---

Unit 4: Werkwoorden - Toekomende en Voorwaardelijke Tijden

• Toekomende Tijd
• Voorwaardelijke Tijd

  ---

Unit 5: Portugese sprekende landen en culturen

• Brazilië
• Portugal
• Kaapverdië
• Angola

  ---

Unit 6: Eten en drinken

• Eten
• Drinken
• Eetgewoonten

  ---

Unit 7: Werkwoorden - Verleden Tijd

• Regelmatige Werkwoorden
• Ongeregeld Werkwoorden

  ---

Unit 8: Reizen en Transport

• Luchtvervoer
• Grondtransport
• Vervoersgewoonten

  ---

Unit 9: Onbepaalde Voornaamwoorden en Voorzetsels

• Onbepaalde Voornaamwoorden
• Voorzetsels

  ---

Unit 10: Gezondheid en Noodgevallen

• Medische Vocabulaire
• Nooddiensten

Andere lessen

• Complete 0 tot A1 Portugees → Woordenschat → Grondvervoer
• 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Basiszinnen
• Complete 0 tot A1 cursus → Woordenschat → Begroetingen
• 0 tot A1-cursus → Woordenschat → Fysieke Beschrijvingen
• Complete 0 tot A1 Portugese Cursus → Woordenschat → Medische Woordenschat
• 0 tot A1-cursus → Woordenschat → Eten
• Complete 0 to A1 Course → Woordenschat → Familieleden
• 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Drinken
• Complete 0 tot A1 Portugees Cursus → Woordenschat → Persoonlijkheidsbeschrijvingen